Zorgopleidingen > ABCDE methodiek > ABCDE methodiek / Spoedeisende geneeskunde

ABCDE methodiek / Spoedeisende geneeskunde

Cursisten: 8 deelnemers
Duur: 2 dagdelen
Lesmethode: Klassikaal, theorie en praktijk
Certificering: Eigen certificering
Accreditatiepunten: ABAN/GAIA 6, V&VN 7, VSR 7, NAPA 7

FeniksGroup heeft een eigen training ABCDE methodiek / spoedeisende geneeskunde ontwikkeld waarin theorie en praktijk worden afgewisseld. Deze training is geschikt voor artsen en verpleegkundigen. De ABCDE methodiek is volledig afgestemd op de werkomgeving en beschikbare hulpmiddelen van de arts en verpleegkundige.

Voor wie?
FeniksGroup heeft een training ABCDE methode / spoedeisende geneeskunde ontwikkeld, die geschikt is voor artsen en verpleegkundigen. We bieden deze training ook specifiek aan voor huisartsen, revalidatieartsen en voor degenen die werkzaam zijn in de ouderengeneeskunde.

Inhoud
De training ABCDE Methodiek is volledig afgestemd op de werkomgeving en beschikbare hulpmiddelen van de arts en verpleegkundige. Tijdens de lesdag worden theorie en praktijk afgewisseld. De deelnemers krijgen oefeningen, praktische vaardigheden en scenariotraining aangereikt. De training kan op locatie worden georganiseerd of worden gevolgd bij ons opleidingscentrum in Beesd.

Leerdoelen
Na het doorlopen van de cursus ABCDE Methodiek bij FeniksGroup is de cursist in staat om:

• De acute klacht als basis voor diagnostiek en behandeling te nemen.
• Patiënten met een acute hulpvraag systematisch te benaderen.
• Bij patiënten met een acute hulpvraag levensbedreigende aandoeningen te herkennen en onmiddellijk in te grijpen.
• Een acute situatie te benaderen met inzicht en achtergrondinformatie over de omgeving waarin de patiënt zich bevindt.
• Eigen veiligheid te waarborgen in acute situaties.
• De schakels van de keten van spoedeisende hulpverlening naadloos op elkaar te laten aansluiten.
• Gezondheidswinst te halen door een systematische en eensluidende werkwijze van alle hulpverleners toe te passen conform de ABCDE-methodiek.
• Verschillende tiltechnieken toe te passen.
• De stabiele zijligging toe te passen.
• Verschillende handgrepen toe te passen die een vrije ademweg garanderen.
• Diverse technieken voor ondersteuning en overname van de ademhaling toe te passen, met en zonder hulpmiddelen.
• Zuurstof toe te dienen en te doseren, met gebruikmaking van verschillende toedieningssystemen.
• Een infuussysteem gereed te maken.
• Manuele fixaties van de wervelkolom toe te passen.
• Te bepalen over welke middelen en materialen de arts dient te beschikken.

Veelgestelde vragen